De vereniging toen en nu.
Het moet eerst op z’n slechtst wil het beter gaan, dat was ook zo met de Friese Hoenders. Zo kwam de heer H.J. v.d. Berg met het idee een Fryske Hinneklub op te richten en dank zij de heren K.E. Pieterzen en J. de Loor kreeg alles een vaste vorm. Mede doordat zij een aantal kippenfokkers enthousiast konden maken lid te worden werd in januari 1922 de ‘Fryske Hinne Klub’ opgericht.
De club bestond in de eerste jaren uit een klein aantal leden, maar vanaf de jaren dertig kreeg de club de wind in de zeilen. Naast leden die de kippen voor de aardigheid hielden, waren er ook leden die dit deden uit een puur cultuur-historische achtergrond. Zij wilden vooral de kleurslagen met pelling -die liepen hier al vanouds rond- houden. Eén van de grote voortrekkers van toen is de heer F. Hoogeveen. In 1947 verscheen van zijn hand het eerste boekje over Fries Hoenders: Ús Fryske Hinnen. Mede door zijn toedoen werd de belangstelling voor het Fries Hoen ook groter en dit had zijn uitwerking op het aantal Friese Hoeders. Ze kwamen steeds meer voor. Echter na de opgang in de dertiger jaren kreeg de club na de oorlogsjaren ‘40-’45 te maken met teruglopend aantal leden. In de jaren ‘57-’58 waren er nog maar 7 leden over! Zelfs leden van het eerste uur zagen er geen brood meer in en bedankten als lid. Maar door de heren A.Tamsma en P.Werkhoven, zij werden respectievelijk voorzitter en secretaris/penningmeester, werd de club nieuw leven ingeblazen. Hierdoor werden er op de ‘Waterpoortshow’ in Sneek in 1960 alweer 94 Friese Hoenders ingeschreven. In 1962 werd het 40-jarig jubileum gevierd met een clubtentoonstelling in Buitenpost. Er werden meer als 100 grote- en 20 krielhoenders geshowd. Dit was een geweldige promotie en het ledental steeg tot 65. Zelfs in de zeventiger jaren dreigde het weer mis te gaan, het ledental liep zover terug dat er soms geen ledenvergaderingen uitgeschreven werden. Pas in 1975 waren weer een 20-tal leden op de jaarvergadering aanwezig en was de zoveelste crisis overleefd. In dat jaar verscheen ook de 2de druk van het boekje van Hoogeveen, dit raakte snel uitverkocht.
Begin jaren 90 werd door de Friese Hoender Club een geheel nieuw boek uitgebracht: ‘Fryske Hinnen’ (nog beperkt verkrijgbaar) en hierdoor steeg het aantal leden enorm. Waren er begin jaren negentig 170 leden, tegenwoordig zijn het er ongeveer 230. Zeventig procent woont in Friesland, de rest verspreid over Nederland. Bovendien zijn er leden woonachtig in Duitsland, België en Frankrijk.
In 1998 is in Duitsland zelfs een zustervereniging opgericht : Sonderverein der Friesenhühner und Zwergfriesenhühner.
Deze vereniging, met als grote drijvende kracht, de heren Josef Sager (voorzitter) en Willy Leissing (2de voorzitter) heeft nu ongeveer 60 enthousiaste leden, verspreid over heel Duitsland. Bijna alle kleurslagen zijn nu in Duitsland erkend.
De website wordt verzorgd door vader en zoon Norbert en Jürgen Jester, 2 zeer actieve leden. De contacten over en weer zijn uitstekend. Duitse leden bezoeken elk jaar de Waterpoortshow in Sneek terwijl bijna elk jaar een groep Nederlandse fokkers de Duitse Clubshow bezoekt.
Sinds 1996 heeft de Friese Hoender Club een ‘fokstation’ in het ‘Bos van Ypey’ bij Tietjerk. Bovendien is in 2007 een 2de fokstation geopend bij Zorgboerderij ‘It Griene Nêst’ bij Sumar. Bij ‘Ypey’ zijn alle kleurslagen in groot ondergebracht en bij ‘It Griene Nêst’ alle kleurslagen in kriel. Vanwege een reorganisatie is dit centrum tijdelijk niet bevolkt met dieren. Er wordt gezocht naar een nieuwe locatie. Beide fokstations worden begeleid door een werkgroep, bestaande uit leden van de FHC.
Naast de tomen bij de fokstations zijn er ook op andere plaatsen in Nederland Friese Hoenders te bewonderen. Elk jaar is er een toom bij het Pluimveemuseum in Barneveld.